Huizer Apotheek

Welkom bij de Huizer apotheek

Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

Diarree

Wat is diarree?

Diarree is dunne, waterige poep. De poep komt veel vaker per dag dan normaal.

Als je diarree hebt, komt dit meestal door buikgriep. Soms komt het door bedorven voedsel. Je krijgt dan diarree door een virus, bacterie of parasiet. Die komt via je mond in je darm.

  • Buikgriep
    • Meestal komt dit door een virus.
    • Je kunt het krijgen via poep, braaksel of speeksel van iemand anders.
      Bijvoorbeeld als je naar dezelfde wc gaat en je wast je handen daarna niet. Misschien eet je daarna met je handen of doe je je vingers in je mond. Het virus komt dan via je mond in je darm.
      Of als je uit een gebruikt glas of flesje van iemand anders drinkt. Of als je ongewassen bestek van iemand anders gebruikt.
    • Je kunt het ook krijgen via de lucht.
      Bijvoorbeeld als iemand in je buurt het virus heeft en moet hoesten of niezen.
  • Bedorven voedsel
    • Meestal komt dit door een bacterie in eten of drinken.
      Je eet bijvoorbeeld kip of ander vlees dat niet goed gaar is.
      Of je eet voedsel dat te lang of te warm bewaard is.
      Misschien heb je water gedronken dat niet gekookt of gezuiverd is.
    • Als je tijdens of direct na een reis diarree krijgt, heet dat reizigersdiarree. De diarree komt dan ook vaak door bedorven voedsel.

Via je mond komt het virus, de bacterie of de parasiet in je darm. Daar geven ze een ontsteking van de darm. De darm kan dan minder vocht opnemen. Er blijft veel vocht in de darm zitten. Je poep wordt dan dunner.

Van jouw poep, braaksel of speeksel kan ook weer iemand anders ziek worden. Bijvoorbeeld via de wc of ongewassen handen.

Andere oorzaken

Soms heeft diarree een andere oorzaak. Dat komt vaker voor bij mensen die langer dan 2 of 3 weken diarree hebben. Zoals bij:

Bij deze oorzaken is de diarree niet besmettelijk.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Drinken bij diarree en overgeven
  • Bij diarree en overgeven is het belangrijk dat je extra vaak drinkt (2 of 3 liter per dag).
  • Hoe meer diarree of overgeven, hoe meer je moet drinken om niet uit te drogen. Drink bijvoorbeeld elke keer een glas water, thee of bouillon nadat je diarree had.
  • Drink kleine beetjes tegelijk als je overgeeft.
    Bijvoorbeeld elke 5 tot 10 minuten 1 of 2 slokken. Zo hou je toch wat vocht binnen.
    Als je je wat beter voelt, kun je langzaam weer wat meer in 1 keer gaan drinken.
  • Als je ook koorts hebt, is drinken nog belangrijker.
  • Drink geen zoete dranken als de diarree langer dan 1 week duurt of steeds terugkomt.
    Dus geen appelsap, melk, energie-dranken, frisdranken en light-dranken (zoals cola light). 
    Soms kunnen de darmen tijdelijk minder goed tegen deze drank als je diarree hebt (gehad). 
Eten bij diarree en overgeven
  • Een paar dagen niet of minder eten is niet erg.
  • Je hoeft jezelf niet te dwingen om te eten. Als je weer trek hebt, kun je weer eten waar je zin in hebt.
  • Begin met kleine beetjes. Als je kunt eten, voel je je meestal meteen wat beter.
  • Helemaal niet eten of een speciaal dieet is niet nodig.
Bij buikkrampen
  • Bij buikkrampen kun je het beste kleine beetjes eten en drinken.
    Als er iets in je maag komt, merken je darmen dat ook. Soms krijg je dan weer een golf van diarree. Dat betekent niet dat je iets verkeerds gegeten hebt. Je maag en darmen zijn nog gevoelig. Ook als je in 1 keer veel drinkt, kun je meteen naar de wc moeten.
Voorkom dat je anderen ziek maakt
  • Was je handen met water en zeep.
  • Droog daarna je handen goed af met een schone handdoek of papieren doekjes. Gooi de doekjes meteen weg.
  • Was en droog je handen elke keer als je naar de wc bent geweest. En voordat je eten of drinken klaarmaakt.
  • Was gebruikte glazen, borden en bestek goed af.
  • Leg uit aan de mensen om je heen dat ze dezelfde adviezen moeten volgen. Vooral goed handen wassen en afdrogen na de wc en voor het koken of eten.
    De kans dat ze ziek worden is dan kleiner.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

De apotheek heeft de volgende vrij verkrijgbare medicijnen voor diarree.

  • Orale rehydratievloeistof (ORS)
    Het grootste probleem bij diarree is uitdroging. Hiertegen helpt ORS door het tekort aan zouten in het lichaam weer aan te vullen. Het zout houdt namelijk vocht vast. Het poeder kunt u in Nederland gewoon aanmaken met kraanwater. In het buitenland kunt u het beste mineraalwater gebruiken.
  • Loperamide
    Loperamide kunt u gebruiken als u de diarree snel wilt stoppen, bijvoorbeeld omdat u op reis moet. Loperamide stopt de diarree binnen enkele uren. Het neemt niet de oorzaak van de diarree weg. Loperamide mag niet worden gebruikt als er bloed in de ontlasting zit of bij koorts. Gebruikt u loperamide alleen zolang u waterdunne diarree heeft, anders loopt u kans op een ernstige verstopping. U mag loperamide nooit langer dan 2 dagen achtereen gebruiken.

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Spoed: bel direct de huisarts of de huisartsen-spoedpost als je bij diarree of overgeven ook 1 of meer van deze klachten hebt:

  • Je gaat je suf voelen.
  • Je bent in de war.
  • Je hebt het gevoel dat je gaat flauwvallen.

Bel dezelfde dag met de huisarts of huisartsenpost bij diarree of overgeven in deze situaties:

  • Je hebt langer dan 3 dagen minstens 6 keer per dag poep zo dun als water.
  • Je blijft steeds overgeven.
  • Je drinkt niet of weinig.
  • Je hebt erg veel dorst.
  • Je hebt 1 dag niet meer geplast.
  • Je hebt de hele tijd buikpijn.
  • Er zit bloed of slijm bij je poep.
  • De diarree is na een week niet minder geworden.
  • Je hebt 1 of meer van deze ziektes:
    • suikerziekte (diabetes)
    • een nierziekte
    • hartfalen
  • Je bent 70 jaar of ouder en je hebt 1 of meer van deze situaties:
    • Je hebt 1 dag of langer diarree.
    • Je hebt koorts.
    • Je hebt langer dan 8 uur niet geplast.
    • Je gebruikt medicijnen bij depressie of angst (SSRI zoals citalopram , fluoxetine , paroxetine , sertraline )
  • Je gebruikt 1 of meer van deze medicijnen:
    • plaspillen of medicijnen tegen hoge bloeddruk
    • medicijnen bij suikerziekte, zoals metformine of een SGLT2-remmer ( dapagliflozine , empagliflozine , canagliflozine )
    • pijnstillers zoals ibuprofen , naproxen of diclofenac (NSAID)

Deze medicijnen kunnen gevaarlijke bijwerkingen geven als je steeds diarree hebt of steeds overgeeft.

Sommige medicijnen kunnen minder goed werken door de diarree of het overgeven. Vraag je arts om advies als je last hebt van diarree of overgeven én je 1 of meer van deze medicijnen gebruikt:

  • bloedverdunners (cumarines zoals acenocoumarol of fenprocoumon )
  • medicijnen tegen epilepsie
  • medicijn bij een bipolaire stoornis ( lithium )
  • medicijn voor je hart ( digoxine )

Gebruik je de anticonceptie-pil en heb je last van overgeven of diarree? Lees wat je moet doen om zwangerschap te voorkomen bij de gewone pil en de minipil.

Heb je een kind met diarree of overgeven? Lees dan daar verder.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

ORS (orale rehydratievloeistof)
ORS is een oplossing van zouten en (druiven)suiker of zetmeel in water. Het wordt gebruikt wanneer u door diarree veel vocht bent kwijtgeraakt. ORS vult de verloren suikers, zouten en vocht in het lichaam weer aan. De suikers en zouten zorgen er voor dat het vocht beter wordt opgenomen in het lichaam. Voorbeeld is ORS.

Diarreeremmers
Diarreeremmers remmen de darmbewegingen (peristaltiek) af en zorgen ook voor samentrekking van de anus. Hierdoor blijft de darminhoud langer in de darmen en wordt compacter, zodat overmatig verlies van vocht en zouten wordt tegengegaan. Diarreeremmers worden meestal kortdurend gebruikt wanneer de diarree erg lastig is, bijvoorbeeld bij bus- of vliegreizen. Een voorbeeld is loperamide.
Als de diarree gepaard gaat met bloed en slijm in de ontlasting en hoge koorts, kan dit wijzen op een ernstige darminfectie. U mag dan niet zomaar diarreeremmers gebruiken, maar moet uw arts raadplegen.

Chinolon-antibiotica
Chinolon-antibiotica zijn medicijnen die de groei van vele soorten bacteriën remmen. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Chinolon-antibiotica worden gebruikt bij darminfecties. Darminfecties gaan gepaard met koorts, bloed in de ontlasting, hevig braken en waterdunne ontlasting. Een voorbeeld is ciprofloxacine.

Antibiotica van het sulfonamide-type
Antibiotica van het sulfonamide-type doden veel soorten bacteriën. Ze dringen door in de bacterie en verhinderen de aanmaak van een stof die essentieel is voor de bacterie. Hierdoor sterft de bacterie. Antibiotica van het sulfonamide-type worden gebruikt bij darminfecties. Darminfecties gaan gepaard met koorts, bloed in de ontlasting, hevig braken en waterdunne ontlasting. Antibiotica van het sulfonamide-type worden voorgeschreven als chinolon-antibiotica onvoldoende werken. Voorbeeld is trimethoprim in combinatie met sulfamethoxazol.

Azitromycine
Azitromycine bestrijdt de bacteriën die darminfecties veroorzaken. Azitromycine remt de groei van vele soorten bacteriën, doordat het de eiwitaanmaak binnen de bacterie belemmert. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Het wordt gebruikt bij darminfecties. Darminfecties gaan gepaard met koorts, bloed in de ontlasting, hevig braken en waterdunne ontlasting.

Vancomycine
Vancomycine wordt gebruikt bij een ernstige vorm van diarree veroorzaakt door bacteriën. Bijvoorbeeld bij pseudomembraneuze colitis, dat meestal een bijwerking is van gebruik van een ander antibioticum, zoals clindamycine.

Fidaxomicine
Fidaxomicine wordt gebruikt bij een ernstige vorm van diarree veroorzaakt door de bacterie Clostridium difficile.

Rifaximine
Rifaximine wordt gebruikt bij diarree veroorzaakt door de bacterie enteroaggregerend hechtende E. coli.

Metronidazol
Metronidazol doodt bepaalde bacteriën en parasieten. Het wordt gebruikt bij diarree door de volgende infecties: giardiasis, amoeben-dysenterie, dientamoeba-infectie en clostridium-difficile-infectie.

Clioquinol
Clioquinol wordt gebruikt bij diarree veroorzaakt door amoeben (amoeben-dysenterie en dientamoeba-infectie).

Actieve kool
Actieve kool, onder de merknaam Norit, wordt wel gebruikt bij diarree. Er is echter geen gunstig effect van actieve kool bij diarree aangetoond.
Bij de zeer hoge doseringen, die worden gebruikt bij vergiftigingen, heeft het als bijwerking verstopping, maar niet bij de doseringen zoals die worden gebruikt bij diarree.

Colestyramine
Colestyramine zorgt ervoor dat vocht beter in het lichaam wordt opgenomen, waardoor de diarree minder wordt. Wanneer de diarree wordt veroorzaakt door bepaalde ziekte van de dunne darm, bestraling of door een operatie waarbij delen van de maag en dunne darm zijn weggehaald, kan de arts colestyramine voorschrijven.

Octreotide
Bij ernstig zieke mensen kan aanhoudende chronische diarree voorkomen. Ook fistels (een soort gangetje in de dunne darm) kunnen bij deze mensen diarree veroorzaken. Octreotide wordt soms gebruikt om diarree te verminderen.

Codeïne
Als de diarreeremmer loperamide onvoldoende werkt, kan de arts codeïne voorschrijven.

Terug naar overzicht