Huizer Apotheek

Welkom bij de Huizer apotheek

Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

vemurafenib

Vemurafenib is een tyrosinekinaseremmer. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy').

Artsen schrijven het voor bij een bepaalde vorm van huidkanker, namelijk melanoom.

Wat doet vemurafenib en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Artsen schrijven vemurafenib voor bij een bepaald type melanoom (een vorm van huidkanker).

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.
Bij een celdeling ontstaan uit één cel 2 dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwe cellen bevatten dezelfde beschadiging in het DNA als de moedercel. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aan gaat drukken, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

Een melanoom doet zich vaak voor als een soort moedervlek. Veel mensen hebben er in het begin vrijwel geen klachten van. Maar elke moedervlek die langzaam of snel groter of dikker wordt, een grillige rand heeft, verkleurt, ontstoken raakt, gaat bloeden of jeukt kan melanoom zijn.
Ga daarom voor controle naar een arts als u een dergelijke moedervlek opmerkt.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en hoe ver de ziekte is gevorderd. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

Artsen schrijven vemurafenib voor bij een bepaald type melanoom. De specialist controleert eerst of het type melanoom gevoelig is voor dit medicijn.
Vemurafenib wordt alleen gebruikt als het melanoom niet met een operatie was weg te halen of als het melanoom is uitgezaaid.

Het wordt soms samen gebruikt met het kankerremmende medicijn cobimetinib.

Effect
Tyrosinekinases zijn enzymen die alle cellen, dus ook kankercellen, nodig hebben voor hun groei.
Vemurafenib remt sommige van deze enzymen. Hierdoor kunnen de melanoom-kankercellen niet groeien.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Vemurafenib heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de meeste bijwerkingen na de behandeling geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken en diarree.

    Soms verstopping, smaakstoornissen en geen eetlust, waardoor u kunt afvallen.
    Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Mogelijk helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Blijft u misselijk of moet u vaker dan één keer per dag braken? Overleg dan met uw arts.
    Van overgeven en diarree kunt u uitdrogen. Heeft u diarree en moet u overgeven? Zorg dat u extra drinkt. Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingpatroon 4 keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft, of als u ook 's nachts diarree heeft.

  • Haaruitval

    Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, okselhaar en schaamhaar. Na stoppen met dit medicijn gaat het haar meestal na ongeveer een maand weer groeien.

  • Huiduitslag, zoals rode bultjes of rode vlekken op de huid en jeuk.

    Soms droge huid en roodheid. Zelden puistjes.
    U kunt veel van de klachten beperken door regelmatig te smeren met een vettende crème.
    Waarschuw uw arts zodra u huidveranderingen opmerkt, omdat soms ook ernstige huidbijwerkingen kunnen ontstaan (Zie Soms en Zeer zelden).
    Blootstelling aan zonlicht kan huiduitslag, jeuk, roodheid en andere verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon geven. Zelfs als u maar korte tijd in de zon bent of als u achter glas in de zon zit. Blijf dus uit direct zonlicht, vooral tussen 10.00 en 15.00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer zonnebrandmiddel op met een sunblock met hoge beschermingsfactor, gebruik lippenbalsem tegen de zon, ga niet onder de zonnebank.
    De huid kan ook extra gevoelig zijn voor röntgenbestraling.

  • Goedaardige gezwellen van de huid en ouderdomswratten.

    Waarschuw uw arts zodra u huidveranderingen bemerkt, omdat soms ook ernstige bijwerkingen op de huid kunnen ontstaan. Uw arts zal controleren of het om goedaardige gezwellen gaat.

  • Extra eeltvorming op de huid of lichtbruine ruwe plekken. Dit komt vooral voor bij ouderen.

    Deze plekjes komen vooral voor op de huid die veel in zonlicht komt, zoals van het gezicht en de handrug. De plekjes kunnen enkele millimeters tot enkele centimeters groot zijn. Zelden kan deze huidaandoening ontaarden in kanker (zie huidkanker). De plekken veranderen dan van grootte, gaan ontsteken of gaan pijn doen. Waarschuw uw arts zodra u huidveranderingen bemerkt.

  • Hoofdpijn, vermoeidheid en een zwak gevoel.

  • Gewrichtspijn, soms spierpijn, rugpijn, pijn in armen en benen.

    Zeer zelden door vergroeiingen in hand of voet. Neem contact op met uw arts als u moeite heeft de vingers te strekken.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid

  • Hoesten of koorts.

  • Vasthouden van vocht. U merkt dit aan dikke enkels of voeten.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Het hand-voet-syndroom. Hierbij raken uw handen en voeten rood en gezwollen met pijn, een branderig gevoel, kloven, blaren, eelt en vervellen.

    Waarschuw uw arts als u deze verschijnselen krijgt.
    Tips om deze klachten te voorkomen: gebruik een vochtinbrengende crème op uw handen en voeten. Breng de crème voorzichtig op. Wrijf hem niet in, want dan krijgt u sneller last van blaren. Draag schoenen die goed passen en niet knellen. Soms helpt het als u eelt laat verwijderen. Laat dat doen door een gespecialiseerde pedicure. Overleg dit met uw arts.

  • Huidkanker

    Ongeveer 1 op de 5 mensen die dit medicijn gebruiken krijgt huidkanker van het type plaveiselcel-carcinoom. In zeldzame gevallen ontstaat huidkanker van het type basaalcel-carcinoom. Deze typen huidkanker zijn goed te behandelen door het weg te snijden uit de huid. Als dit op tijd gebeurt, is de kans op uitzaaiing gering. Daarom is het belangrijk elke huidverandering direct te melden aan de arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid

  • Branderige pijn in armen of benen.

    Raadpleeg de arts, als u dit merkt.

  • Oogproblemen. U merkt dit aan onscherp of wazig zien, zwelling, roodheid, pijn, of donkere vlekken in het gezichtsveld.

    Uw arts zal uw ogen regelmatig controleren.
    Oogklachten kunnen ook ontstaan door problemen met de gezichtszenuw. Dit merkt u meestal aan één kant van het gezicht. Bijvoorbeeld aan een laag hangende werkbrauw, een oog dat niet goed wil sluiten of een scheve mond. Raadpleeg in deze gevallen uw arts.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier kans op.

    Uw arts zal uw hartritme controleren en eventuele veranderingen beoordelen. Soms is het nodig dit medicijn tijdelijk te stoppen tot het hartritme weer normaal is.

  • Ontstoken bloedvaatjes in de huid. U merkt dat aan paarse of rode vlekken in de huid.

    Raadpleeg dan een arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Meer kans op infecties. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn en blaasjes in de mond en keel. Ook bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.

    Deze bijwerking ontstaat doordat het lichaam minder witte bloedcellen aanmaakt.

  • Ontsteking van de alvleesklier. Bij plotselinge hevige buikpijn moet u direct een arts waarschuwen.

  • Leveraandoeningen. Raadpleeg uw arts bij een gele verkleuring van oogwit of huid, misselijkheid en jeuk over het hele lichaam.

  • Nierbeschadiging. Dit merkt u onder andere aan vaak moeten plassen, vochtophoping in de benen of voeten (oedeem), gewichtstoename, bloed in de urine.

  • Ontsteking van een vaatwand. Dit kunt u merken aan vermoeidheid, koorts en gewichtsverlies.

    Verder kunnen andere klachten ontstaan, afhankelijk van de plaats waar de vaatwandontsteking zit. Bijvoorbeeld huidklachten, gewrichtspijn of buikpijn. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts.
    In zeer zeldzame gevallen ontstaat er zwelling van lippen, gezicht of tong, benauwdheid of flauwvallen. Waarschuw dan meteen een arts.
    Ook kan zeer zelden een ernstige huidaandoening ontstaan met een rode huid, blaren, ontstoken ogen of koorts. De blaren ontstaan vooral op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen.
    Waarschuw altijd een arts zodra u huiduitslag of koorts bemerkt.
    Ga bij deze verschijnselen direct naar een arts of Eerste-hulpdienst.
    Als u overgevoelig bent voor vemurafenib, mag u het niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik vemurafenib gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn.

  • Digoxine, een medicijn gebruikt bij hartfalen en hartritmestoornissen. Vemurafenib kan de bijwerkingen van digoxine versterken. Uw arts kan de hoeveelheid digoxine in uw bloed controleren. Neem contact op met uw arts als u last heeft van misselijkheid, weinig eetlust, braken, verwardheid, duizeligheid, wazig zien en veranderingen in het zien van kleuren.

De volgende medicijnen verminderen de werking van vemurafenib. Waarschijnlijk past uw arts de dosering aan of controleert de werking van vemurafenib. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op vemurafenib weg is.

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • Rifampicine en rifabutine, medicijnen tegen tuberculose.
  • Carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon, medicijnen tegen epilepsie. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressiviteit.
  • Enzalutamide, een medicijn tegen prostaatkanker.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerking voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan vermoeidheid, duizeligheid en oogklachten veroorzaken. Dit kan uw rijvaardigheid beïnvloeden. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder 'Klachten & ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een kans dat het medicijn aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. Tijdens de behandeling en tot en met 6 maanden na de laatste tablet mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als het in de moedermelk komt, kan het schadelijk zijn voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Neem de tabletten in met een half glas water.

Moet u kort na inname overgeven? Neem GEEN nieuwe tablet, maar overleg met uw arts of verpleegkundige.

Wanneer?
Meestal gebruikt u dit medicijn 2 keer per dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, verspreid over de dag. U vergeet dan minder snel een dosis.
Neem bij voorkeur in bij een maaltijd. Dan wordt het medicijn beter opgenomen. Bovendien helpt dat tegen misselijkheid.

Hoelang?
U kunt dit medicijn gebruiken zolang het goed werkt bij uw aandoening.

Terug naar overzicht